Al jaren loop ik met de vraag rond: hoe vertel je een boodschap? Wetende dat de overgrote meerderheid hier niets van begrijpt. Als ik een verhaal vertel over bijstand, armoede en schulden, is dat hetzelfde als jij mij een wiskundige berekening gaat uitleggen. Anno 2021 zitten er ruim 400.000 mensen in de bijstand, dat is 4% van de werkenden. Rond 10% van de Nederlanders leeft in armoede of kan nauwelijks zijn rekeningen betalen. Conclusie: met 90% van het volk gaat het goed tot zeer goed. Dus politiek-economisch gezien TOP. Maar… die 10% zijn wel 1,2 miljoen mensen, waarvan 400.000 kinderen…
Op diverse podia heb ik de afgelopen jaren getracht het verhaal over bijstandsgerechtigden, armoede, schulden en de ‘te-gek-voor-woorden-verhalen’ te vertellen. Achteraf moet ik, helaas, tot de conclusie komen dat de boodschap, mijn verhaal, niet is overgekomen, want er verandert zowel lokaal als landelijk niets.
Iedere burger heeft spreekrecht voor de gemeenteraad. Je krijgt vijf minuten om je verhaal te vertellen. Diverse onderwerpen uit mijn verhalenboeken heb ik ingesproken voor onze gemeenteraad, tot drie keer toe. Ik durf te zeggen, door mijn ‘te-gek-voor-woorden-verhalen’ krijg ik de 29 raadsleden even stil. Men staat met een mond vol tanden. En dan komen de standaardreacties: “Individuele zaken kunnen we hier niet bespreken.” Of: “Daarvoor moet u in Den Haag zijn.” Of: “Wij dienen de wet uit te voeren.” Of: “We gaan proberen dit onderwerp op de landelijke politieke agenda te krijgen.” Of: “Wij kunnen ons niet vinden in uw verhaal.” Enzovoort. Ik neem de raadsleden niets kwalijk, het is een parttime job, hele dikke dossiers en uiteenlopende onderwerpen van windmolens tot begrotingen, van Sociaal Domein tot toekomstvisies. Het is veel… heel veel wat een raadslid moet weten en beoordelen. Iemand die gebruik maakt van zijn spreekrecht mag niet in discussie treden met raadsleden. Dat snap ik wel, anders zou het teveel tijd in beslag nemen. Ik zou het wel graag doen, maar je hebt in ieder geval weer een onderwerp op de agenda gezet. Denk je.
Het gevaarlijke om je mening in het openbaar te verkondigen, is dat men je gaat zien als klokkenluider en daar loopt het meestal slecht mee af. Onbewust zaag je aan stoelpoten. Maar ja, als niemand meer zijn mond durft open te doen, wordt de ambtenaar steeds machtiger.
Mijn spreekrecht heeft meerdere keren tot een motie geleid. Dan denk je: eindelijk is de boodschap overgekomen. Maar dat blijkt in mijn praktijk tegen te vallen. Vanuit de Cliëntenraad hadden wij altijd een gezegde: ‘Wethouders en raadsleden gaan, maar de ambtenaar blijft bestaan.’ De raad bepaalt het beleid, maar mag zich niet bemoeien met de uitvoering van het beleid. Een poosje terug had ik een raadslid nog een reminder gestuurd. Er was een motie ingediend en aangenomen om Werken & Bijstand financieel aantrekkelijker te maken. Ik schreef: “We zijn nu vier jaar verder en zie nog geen nieuw beleid in deze.” Vanuit de ambtelijke organisatie weet ik dat men dit onderwerp óf te ingewikkeld vindt, óf het er totaal niet mee eens is, óf een andere onbekende reden. Maar deze motie is dus ergens in een onderste lade terecht gekomen…
Ik heb het zelfs zover geschopt dat ik op tv ben geweest. Radar Extra TV: kans op werk 3%, uitgezonden in mei 2017. Ja ja, Antoinette Hertsenberg heeft bij mij thuis op de bank gezeten. Het onderwerp was toen hoe je als 55-plusser nog aan het werk komt, dat Werken & Bijstand in de praktijk een financieel drama is, over de ellende die ik heb gehad over de verkoop van mijn lijfrentepolis en over het basisinkomen. Er was een mooie vooraankondiging in het plaatselijke huis-aan-huis blad over deze uitzending. Telefoon… de wethouder. Hij vroeg zich af of deze uitzending (imago)schade zou kunnen brengen aan de gemeente. Hallo!!! De problemen op diverse bureaus gelegd, tot en met de gemeenteraad en nu het op tv komt pakken we, voor het eerst, de telefoon. De uitzending trok 1,2 miljoen kijkers.
Resultaat? Veel verontwaardiging, hoe bestaat het, te gek voor woorden, waardering dat je het durfde vertellen… en toen was het stil.
Alhoewel? Het gevolg van deze uitzending was een petitie, georganiseerd door Radar TV, om de Tweede Kamer te vragen om een experiment basisinkomen, gericht op werkloze 50-plussers. Dit met als doel: laten we eens gaan onderzoeken wat het effect is wanneer je mensen een basisinkomen geeft. Onvoorwaardelijk, zonder het huidige systeem van verplichtingen, sancties, controle, et cetera. De voorstanders van het basisinkomen, ik dus ook, zijn ervan overtuigd dat mensen weer mens worden, wanneer ze zelf hun leven mogen inrichten: gaan bijverdienen, creatief worden, een eigen bedrijfje beginnen, meer risico’s durven nemen, een zinvolle bijdrage leveren aan de maatschappij en ga zo maar door. De tegenstanders denken dat het onbetaalbaar is, dat mensen lui gaan worden, (niet hardop) maar zelf bang zijn om hun baan te verliezen, omdat zij in het systeem werken van verplichtingen, controle en sancties.
De petitie bracht ruim 120.000 handtekeningen op. Deze hebben we (TROS, de hoofdrolspelers van de uitzending en ik) aangeboden aan de Tweede Kamer. Dat gaat officieel via de voorzitter van de commissie Sociale Zaken. Het zag zwart van het volk, politici, pers, en dergelijken.
Resultaat? Tot op heden heb ik er niets meer van gehoord!
Naar aanleiding van het TROS Radar-gebeuren werd ik gebeld door 50Plus. De partij van toen Henk Krol. Ze waren bezig met het boekje Vertel uw verhaal. Naar aanleiding van mijn tv-optreden wilden ze graag een interview. Mijn verhaal paste perfect in dat boekje. Zo gezegd, zo gedaan. Ik kreeg steeds meer bekende Nederlanders over de vloer (grapje). Toen het boekje klaar was, zou deze worden aangeboden aan de minister van Sociale Zaken. Minister Koolmees. Dus weer naar Den Haag, weer naar de Tweede Kamer (best interessant en zo kom je nog eens ergens). De minister had een halfuurtje de tijd voor ons, dat liep natuurlijk uit. De verhalenvertellers vertelden de minister wat hun in het leven was overkomen. Aardige man trouwens, die Koolmees. Ik vertelde mijn verhaal, maar ook over mijn project Bijstand-Werkt-Samen. Ik had een informatiemapje gemaakt, met een usb-stick met de PowerPointpresentatie. Na afloop handjes schudden, dank voor jullie bijdrage, hier gaan we wat mee doen…
Resultaat? Nu, twee jaar later… NUL!!
O, ja bijna vergeten. Als herinnering aan dit bezoek kreeg ik een paar weken later… een parkeerbekeuring in mijn brievenbus! Ik had de maximale parkeertijd overschreden. Nu had ik als argument wel kunnen zeggen: “Ik moest bij de minister zijn.” Maar ja, de vraag is of men dat gelooft en of dat wel een argument is. De bekeuring maar betaald. Ik heb wel mijn uitnodigingen voor de Tweede Kamer ingelijst… zoiets maak je tenslotte niet iedere dag mee.
Ik heb al deze verhalen geschreven, eerst in het klad, op mooie plekjes. Op een bankje in het bos, aan de picknicktafel bij het strandje, op een mooi plekje in de polder.
Tijdens het schrijven van dit verhaal, rijdt er een meneer langs op zijn fiets. “Mooi plekje hier,” zeg ik tegen hem. “Ja, ja, het is hier prachtig en mooi weer. Wat bent u aan het doen?” Dus vertelde ik hem dat ik verhalen aan het schrijven ben over mensen in de bijstand, armoede en hoe mensen behandeld worden door onze overheid. Maar ja, hoe vertel je zo’n verhaal dat een ander het ook begrijpt. Zijn antwoord: “Dat gaat je niet lukken.” En dat is nou net iets wat je niet tegen mij moet zeggen. Hij vertelde mij een triest verhaal over een vriend, die was gescheiden en daardoor geen postadres had. Hij merkte wel dat ik aardig op de hoogte was de gevolgen hiervan.
“Zonder postadres besta je niet,” zei ik.
“Precies, u snapt het. Mijn vriend heeft zoveel ellende mee moeten maken, tot en met twee herseninfarcten. En niemand van de overheid/gemeente doet er iets aan, ze begrijpen er niets van.” Ik antwoorde: “Dat bedoel ik, hoe vertel je een verhaal zodat men het wél gaat begrijpen?”
Hij rijdt weg en zegt: “Succes hè!!!”
Boek bestellen?
https://www.boekenbestellen.nl/boek/de-mening-van-een-uitkeringstrekker/9789464430103