Caroline Raat

Recht​sstaat Nederland

De ambtseed als anker voor goed ambtenaarschap

Een bespreking van de brief van de minister over de nieuwe ambtseed

Gisteren, 20 januari 2023, verscheen de kamerbrief van minister Bruins van BZK over de nieuwe ambtseed (en - belofte). Volgens haar heeft de Nederlandse samenleving heeft recht op een integere overheid en integere ambtenaren. En de eedaflegging markeert het bijzondere karakter van werken bij de overheid. Het afleggen van de eed of belofte maakt de nieuwe ambtenaar bewust van die bijzondere positie en verantwoordelijkheid en van de betekenis van “goed ambtenaarschap”.

Hiermee straalt minister Bruins hoge verwachtingen uit van de ambtenaar anno 2023. Namelijk dat zij zich “als ambtenaar met hart en ziel inzetten voor de publieke zaak en vanuit hun ambtelijke professie bijdragen aan een beter Nederland, en meer belangrijke kwesties.” Zij moeten weten wanneer ze informatie kunnen delen of niet. Maatwerk toepassen zonder dat de rechtsgelijkheid in het geding komt en hoe je het algemeen belang dient en toch op een inclusieve manier aandacht houdt voor elke groepering en elk individu. En durven uitspreken wanneer de maatschappelijke opgave schuurt met de politieke opdracht.

De minister beseft “dat kun je niet allemaal kwijt in een ambtseed. Maar door het leggen van andere accenten in de ambtseed kunnen ambtenaren meer ruimte voelen voor het recht op het maken van professionele afwegingen en tegelijkertijd gehouden worden aan de plicht tot het inbrengen van die ambtelijke professionaliteit. Ook vanuit het perspectief van de burger is het van belang dat duidelijk is waar de rijksoverheid en de rijksambtenaar voor staan. Ambtenaren én burgers moeten zich gesterkt voelen door hetgeen de ambtenaar bij het aanvangen van het ambt zweert of belooft te doen.”

Dit besef van de minister is terecht, maar het punt van de ambtseed is complexer. Het gaat niet alleen om het probleem dat een eed nooit de volledige wetten en gedragsregels voor ambtenaren kan bevatten, vanwege de beperkte lengte. Een ambtseed of belofte is hooguit een bezegeling van het commitment dat nieuwe ambtenaren al hebben aan de samenleving en de burger. Hoe veel ambtenaren en bestuurders hebben er geen eed afgelegd om die een minuut nadien al de voeten aan af te vegen? Het objectieve antwoord: dat weten we niet. Maar dat het gebeurt, weten we wel. Een blik in de media is daarvoor genoeg. Anderzijds is de verwachting misschien wel te gemakkelijk uitgedrukt. Een voorbeeld: in veel opzichten is maatwerk leveren en tegelijkertijd rechtsgelijkheid waarborgen een onmogelijkheid.

In de uitnodiging aan de overheid over ‘rechtsstatelijkheid als evenwichtskunst’ heeft een grote groep wetenschappers, professionals en burgers op basis van veel onderzoek en gezaghebbende literatuur dit probleem aangekaart. Ondanks dat zien we in veel overheidsprojecten, waaronder de door de minister genoemde projecten, vooral op maatwerk en meer ruimte in regels wordt gekoerst zonder gedegen onderzoek of dat kan en vooral onder welke harde randvoorwaarden. De vraag wat te doen als die er niet zijn, wordt op het bordje van de uitvoerende ambtenaar en de rechter gelegd. Vakmanschap is daarbij een belangrijk begrip.

De minister koppelt terecht ambtenaarschap als vakmanschap en integriteit aan elkaar. Als hiervoor aangeduid, niet iedereen wordt van een ambtseed vanzelf integer(der). Het is daarom een gemiste kans dat de minister in haar brief aan implementatie van de ambtseed weinig aandacht geeft. De betreffende organisatie moet daar zelf maar mee aan de slag door het gesprek over goed ambtenaarschap. Hoe dat gaat uitpakken bij ambtenaren die integriteit niet van nature in zich hebben, laat zich raden. Integrity boasting, hyperculture en zelf toxiciteit zijn bepaald niet ondenkbaar.

De ambtseed als anker voor goed ambtenaarschap, zoals de brief van de minister als titel heeft, is wel een bruikbare metafoor. Een anker heeft in letterlijke zin tot doel dat een schip (het schip van staat) veilig op zijn plek blijft, maar nog wel op de golven kan meebewegen. Een anker is een symbool van hoop en richting. Maar die functies kan het alleen vervullen als er voldoende (kritische) massa is van integere mensen.

Een inmiddels sleets geworden boektitel luidt: “de meeste mensen deugen”. (Rutger Bregman) Dat klinkt goed, maar in wezen is het een holle frase – bevestigd als je het boek goed leest. “Deugen” is een ethische notie en een semistatische uitspraak over het karakter van de mens is een psychologische. Zien we “deugen” als equivalent voor psychologische integriteit en /of moraliteit, dan moet de conclusie zijn dat de meeste mensen niet deugen. Helaas zijn mensen maar beperkt ‘maakbaar’.

Integriteit als vrijwel onveranderlijk persoonlijkheidskenmerk wordt gemeten in de H-dimensie van het HEXACO-model. Deze is statistisch verdeeld via de normaalcurve. Even veel mensen scoren minder dan het gemiddelde en de mediaan hierop. Leggen we de ‘deuglat’ ergens aan de hoger scorende zijde van de curve, dan zien we dat onder de algemene bevolking al minder dan de helft ‘deugt’. Waar de lat zou moeten liggen, is nog door niemand bepaald.

Zorgelijker wordt het als we zien dat volgens onderzoek mensen in leidersposities – of degenen die dat ambiëren – minder hoog schoren op HEXACO, maar bijvoorbeeld ook van 40 % tot 80 % procent (onderzoeken lopen uiteen) binnen de dark triad (ronduit niet-integer) vallen. Nu is psychologie niet bedoeld om mensen te be- of veroordelen, maar uit onderzoek blijkt wel dat de niet-integere mensen in organisaties veel schade aanrichten. En daarmee ook de burger en de samenleving schaden. Rechtvaardigheid en gerichtheid op andermans belang gaan als eerste de deur uit. Risico op corruptie en machtsmisbruik nemen toe. Dat dit niet alleen ‘contextueel’ of ‘systemisch’ is – dat is het ook - is een onderwerp waar juist veel leiders niet aanwillen.

De overheid is druk doende met projecten waarin wordt getracht empathie aan te kweken. Dat is wonderlijk, want empathisch is niet hetzelfde als integer, rechtvaardig of hulpvaardig. Zelfs Rutger Bregman waarschuwt hiervoor in zijn boek. Empathie kan leiden tot uitsluiting en het minder gelijk behandelen van mensen. En empathie valt niet of nauwelijks te leren. Projecten waarin gesprekken over moreel leiderschap, loyale tegenspraak en dergelijke plaatsvinden, helpen ook alleen in de context waarin er al een kritische massa van integere mensen – en vooral integere leiders - is.

De ambtseed als anker betekent vooral dat degenen die het schip bemannen ervoor moeten zorgen dat werving en selectie op een goede, zakelijke en onpartijdige manier plaatsvindt, gericht op mensen die hoger-dan-gemiddeld scoren op HEXACO. Daarna kan worden gewerkt aan integriteit en goed ambtenaarschap als competentie., waarvan persoonlijkheid een noodzakelijke voorwaarde is. Verder kan de werving plaatsvinden door te kijken naar een match met rechtsstatelijke waarden. Na (of ervoor al) het afleggen van de ambtseed kan het vakmanschap worden vergroot met kennis en vaardigheden.


Wil je meer hierover lezen, ga dan naar de theorie over selectie op publieke moraal  

Caroline Raat heeft rechten en bestuurswetenschappen gestudeerd en een getuigschrift psychologie van de Universiteit Leiden. Zij is gepromoveerd op “Mensen met macht”, een rechtssociologisch en -filosofisch proefschrift.

Deel deze pagina